Cambodja - Reisverslag uit Khett Siem Reab, Cambodja van Judith Bol - WaarBenJij.nu Cambodja - Reisverslag uit Khett Siem Reab, Cambodja van Judith Bol - WaarBenJij.nu

Cambodja

Door: Judith Bol

Blijf op de hoogte en volg Judith

05 December 2014 | Cambodja, Khett Siem Reab

Na een heel erg indrukwekkende en bijzondere trip naar Cambodja ben ik nu weer terug in Singapore en heb ik even de tijd om een verslag te schrijven. Het Island hoppen ging uiteindelijk niet door op de zondag voor ik weg ging, maar dat was misschien maar goed ook. Maandagochtend ging de wekker namelijk al om kwart over 3 ’s ochtends voor onze vlucht naar Cambodja. Ik vertrok alleen met Krissa en Kath, Salonee zou een dag later komen. Om 6.40 stegen we dan eindelijk op na het gebruikelijke wachten op het vliegveld. In Kuala Lumpur hadden we een overstap van ongeveer 3 uur, maar gelukkig zijn er daar hele gemakkelijke ligstoelen en konden we dus een beetje slapen/dutten in de tussentijd. Daarna de vlucht van Kuala Lumpur naar Siem Reap en na de immigratie dienst daar (gelukkig was alles met mijn visum in orde) konden we met de taxi naar ons Guesthouse. Daar hadden we een vierpersoonskamer inclusief badkamer. Klein en heel erg basic en precies wat je verwacht voor 12 USD per nacht, maar ach. Als je de kakkerlak in de hoek van de badkamer en het feit dat we geen wastafel hadden en je je tandpasta dus in de wc moest uitspugen negeerde was het best prima.

Na een heerlijke lunch waarbij we gelijk even het lokale Khmer eten hebben geprobeerd (Chicken Amok, en twee verschillende soorten curry’s) vonden we een tuk tuk (batman design) die ons wel naar het tempelcomplex kon brengen. Hij sprak gelukkig ook goed Engels en toen we hem uitlegden dat er 1 vriendin een dag later zou komen en we dus de “beroemdste” tempels later met haar samen wilden bekijken, gaf hij tips over wat we nu konden bekijken. Gelijk een ticket voor 3 dagen gekocht, waarna onze tuk tuk driver een rondje rond de Bayon Temple reed zodat we die alvast konden bewonderen vanuit de tuk tuk en ons vervolgens terugbracht naar Phnom Bakheng. Dit is een tempel op een heuvel waar je vanaf een bepaald punt uitzicht hebt op de Angkor Wat tempel. Nu kon je de heuvel beklimmen door te lopen (wat nog een behoorlijke klim was) of je door een olifant naar boven laten rijden. En hoewel de olifant rit behoorlijk aan de prijs was, was het voor ons alle drie een droom om een keer op een olifant te rijden en besloten we dus zo omhoog te gaan. Na even te hebben gewacht konden we verdeeld over twee olifanten (ik samen met Kath, Krissa alleen) naar boven. Heel bijzonder om mee te maken en zo dicht bij zo een enorm dier te zijn. De rit duurde denk ik ongeveer 20 minuten, met in de laatste bocht een schitterend uitzicht op de Angkor Wat tempel en de omgeving. Daarna uiteraard nog even op de foto naast de olifant voordat we de Phnom Bakheng tempel zelf gingen bekijken.

Inmiddels was het al bijna tijd voor zonsondergang en konden we nog net een plekje veroveren waarvandaan we de zonsondergang konden bekijken en foto’s konden nemen. De zonsondergang op Phnom Bakheng wordt tegenwoordig genoemd in de meeste toeristen gidsen, waardoor er heeeel veel toeristen hetzelfde idee hadden. Een enorm circus waarbij alle toeristen vechten om de beste plek voor de beste foto’s en sommigen er al uren zitten om de beste plek te hebben. Waarna er natuurlijk op het laatste moment allemaal mensen voor gingen staan en er complete scheldpartijen ontstonden. Gelukkig toch heel wat mooie plaatjes kunnen schieten (uiteraard veel te veel foto’s gemaakt aangezien je toch iets wilt doen terwijl je wacht op de zonsondergang). Na de zonsondergang de heuvel afgelopen en daar stond de tuk tuk driver te wachten om ons terug naar de stad te brengen. We hebben ons laten afzetten vlakbij pub street, maar kwamen er al snel achter dat de prijzen in de restaurantjes daar een stuk hoger lagen dan vlak bij ons Guesthouse. Dus in een supermarktje even ontbijt gehaald voor de volgende ochtend en teruggelopen richting de Guesthouse (ong 10 minuten). In de buurt van de Guesthouse vonden we een leuk en goedkoop restaurantje om te eten. Na het eten eindelijk douchen en op tijd slapen na een hele lange dag.

De volgende morgen wel weer op tijd opstaan want om half 8 werden we opgehaald om een tempel wat verder weg te bekijken. Banteay Srei, ook wel Women’s temple was ongeveer een uurtje rijden met de tuk tuk. Deze tempel staat bekend om de bijzondere en goed bewaard gebleven graveringen in het rode zandsteen waar de tempel van gebouwd is en wordt ook wel de “Art Gallery” genoemd. Om een idee te krijgen van de historie van de tempels: de tempels zijn gebouwd van de 9e tot de 15e eeuw, toen het gebied Angkor de hoofdstad was van het Khmer rijk. Iedere koning liet een of meerdere nieuwe tempels of paleizen bouwen tijdens hun regime, waarbij ze uiteraard altijd een poging deden hun voorganger te overtreffen. De bouw van de Banteay Srei tempel is begonnen in 967 en het is een van de weinige tempels die niet gebouwd is in opdracht van een koning maar van een Brahman. De meeste tempels waren oorspronkelijk hindoeïstisch, en gewijd aan de god waar de koning zich het meeste mee verbond, maar latere Boeddhistische koningen lieten ook wel Boeddhistische tempels bouwen of veranderden de oude tempels in Boeddhistische tempels. Op dit moment is het grootste deel van de bevolking in Cambodia (96%) Boeddhistisch. De tempel was mooi om te zien, maar zeker niet de meest indrukwekkende van de tempels die ik in Angkor gezien heb. Na er een tijdje te hebben rondgekeken zijn we de omgeving van de tempel wat meer gaan bekijken en kwamen we uit bij een schitterend uitkijkpunt over de rijstvelden waar we heerlijk gepicknickt hebben met Cambodjaanse koekjes/wafeltjes die we de dag ervoor gekocht hadden. Na nog wat rondgekeken te hebben zijn we weer teruggegaan naar de tuk tuk.

Omdat we nog wat tijd over hadden voordat Salonee zou komen bracht hij ons naar een andere tempel 15 minuten verderop, waarvan ik helaas de naam niet meer weet. Deze tempel was een stuk minder bekend waardoor het er heel rustig en vredig was (in tegenstelling tot de Banteay Srei tempel waar je telkens in de file stond om iets te kunnen bekijken of een foto te maken en het stampvol toeristen was). Deze tempel lag vrij hoog op een heuvel waardoor we een schitterend uitzicht hadden. Nadat we hier een tijdje hadden rondgekeken en van het uitzicht hadden genoten in een rustig plekje in de schaduw, maar weer naar beneden gegaan naar de tuk tuk die ons terug naar het Guesthouse bracht. Niet veel later kwam Salonee aan en zijn we met zn vieren gaan lunchen voordat onze tuk tuk ons weer kwam ophalen.

Opnieuw richting de tempels om nu Ta Prohm te bezoeken. Deze tempel is vooral bekend omdat het het decor was voor een aantal scenes uit de film Tomb Raider. Toen alle tempels in het Angkor gebied ontdekt werden waren de meesten helemaal overwoekerd door de jungle. Bij het restaureren hebben ze bij de meeste tempels de bomen en overwoekeringen verwijderd, maar bij Ta Prohm hebben ze een deel laten staan, wat een heel mooi beeld geeft. De enorme tropische bomen met bijzondere wortels die overal midden in de tempel en langs de muren groeien geven de Ta Prohm een heel bijzondere sfeer. Verder hadden we geluk en was het niet heel druk toen wij er waren en hadden we dus rustig de tijd om rond te kijken, foto’s te maken, maar ook om gewoon even een mooi plekje uit te zoeken en weg te dromen. Toen we uitgekeken waren namen we helaas de verkeerd uitgang waardoor we niet bij onze tuk tuk uitkwamen en weer helemaal terug moesten. De tempel complexen zijn allemaal behoorlijk groot, bestaan uit allemaal losse gebouwen en torens en zijn meestal symmetrisch gebouwd. Met alle kleine doorgangetjes en overwoekerde muren kan het een behoorlijk doolhof zijn. Nadat we de tuk tuk gevonden hadden nog even cheap shoppen in de Night Market (het was inmiddels al een uur of 7) en uiteraard heerlijk genieten van Khmer food voor we terug naar het hotel gingen om te slapen.

De volgende ochtend moesten we namelijk heel vroeg op voor de zonsopgang bij Angkor Wat, de bekendste tempel van het Angkor tempel complex. Om half 5 ’s ochtends stond onze tuk tuk klaar om ons naar Angkor Wat te brengen. Daar aangekomen waren we niet bepaald de enigen, maar ik kon toch nog een mooi plekje vinden om wat mooie foto’s te maken. Wel bizar om te zien hoever mensen gaan voor een paar foto’s. Iedereen die ook maar even in iemands beeld liep om zelf een foto te maken werd direct boos toegeschreeuwd om uit de weg te gaan. Na de zonsopkomst was het tijd om de tempel vanbinnen te bekijken. Angkor Wat is heel goed gerestaureerde tempel en veel van de originele graveringen zijn goed bewaard gebleven. Omdat we de tijd hadden hebben we gewacht tot om 7 uur ook het trappetje naar het hoge gedeelte van de tempel open ging waar we een schitterend uitzicht hadden. Het trappetje was wel heel erg steil, dus de klim naar boven en beneden was behoorlijk eng. Na de hele tempel te hebben gezien en nog veel meer foto’s te hebben genomen, bracht de tuk tuk ons naar Angkor Thom.

Angkor Thom betekent “grote stad” en is eigenlijk een soort ommuurde verzameling van een aantal tempels en dergelijke die allemaal in een mooie looproute achter elkaar liggen. De tuk tuk zette ons eerst af bij Bayon Temple, een tempel die beroemd is om de 54 torens met allemaal 4 enorme uitgehouwen gezichten (aan alle 4 de kanten van elke toren 1). De tempel heeft zowel Boeddhistische als Hindoeïstische kenmerken, omdat dat koning die hem liet bouwen Boeddhistisch was, maar het grootste deel van zijn onderdanen op dat moment Hindoeïstisch. Deze tempel vond ik (samen met Ta Prohm) de mooiste en indrukwekkendste tempel. Ook hier hebben we een tijdje rondgekeken, maar ook gewoon een tijdje gezeten en van de omgeving en rust genoten op een rustig plekje (gelukkig waren er niet al te veel toeristen). Na Bayon temple volgden we de route via een groot (nieuw) gouden Boeddhabeeld naar Baphuon tempel (met opnieuw heel veel hele enge steile trappetjes om het grootste deel van de tempel te bekijken. Het was allemaal betreden op eigen risico, niet onder de 12 jaar, niet als je slecht ter been, zwanger of oud bent etc. en ik kon goed begrijpen waarom. Soms zijn er steile houten trappetjes die in ieder geval nieuw zijn, al zijn ze nogal wankel, maar vaak zijn het de originele steile stenen trappen die half afgebrokkeld zijn. 1 verkeerde stap en je ligt beneden op de stenen, echt doodeng).

Via nog wat andere ruïnes en tempels door naar het “Terrace of the Elephants”, een bordes met een aantal beelden van olifanten en daarna naar de tuk tuk die ons terug naar de stad bracht om te lunchen. Inmiddels waren we allemaal behoorlijk moe, hongerig en ook wel tempelmoe. Na 3 dagen tempels hadden we niet echt interesse meer om nog meer minder bekende tempels in Angkor Wat te bekijken. Na de lunch even een middagdutje gedaan waarna Salonee en Kath in de kamer bleven om wat te studeren en Krissa en ik een van de goedkope “spa’s” bezochten voor een manicure, pedicure, footscrub en massage. De massage was niet zo goed als die ik in de Filipijnen gehad heb, maar voor 3 euro mag je niet klagen. Vervolgens Salonee en Kath weer ontmoet om met zn allen te eten en daarna nog even naar de Night Market waar op dat moment een gratis toegankelijke Ladiesboys show bezig was als achtergrond voor het open voetmassage/footscrub gedeelte. Hoewel ik ze inmiddels ook al in Thailand en de Filipijnen gezien had blijven de Ladiesboys shows toch wel bizar om te zien. Vooral bizar hoe mega populair het hier is. In een supermarkt nog even wat ontbijt gekocht voor de volgende ochtend en terug naar het hotel om te slapen.

De volgende ochtend vroeg opgestaan voor mijn boottrip naar Battambang. De rest kon nog wat langer blijven liggen aangezien hun vlucht terug pas om half 1 was. Ik ging vanaf nu dus alleen verder. Hoewel het busje dat me op kwam halen (uiteraard) aan de late kant was en meer een ruime tuk tuk bleek te zijn (die met 6 passagiers en alle bagage niet bepaald ruim meer was), maakte dat niet heel veel uit want de boot vertrok ook ruim een uur te laat. Vervolgens duurde de bootreis eerder 8 dan de aangegeven 6 uur, maar het was de moeite waard. Een heel bijzondere manier om de omgeving van Cambodia en vooral alle floating villages te zien. Heel bijzonder hoe al die mensen in een soort woonboten en soms zelf gewoon overdekte boten op het water leven, zo ver van de bewoonde wereld. Ze waren blij om ons te zien omdat we voor verschillende dorpen de post afleverden. Ook grappig om te zien hoe de kinderen hier volgens mij eerder kunnen zwemmen en varen dan lopen. Ook grappig om te zien was de “schoolbusboot” en alle drijvende winkeltjes.

De meeste inwoners van de floating villages leven uiteraard van de visvangst, die voornamelijk aan Battambang en Siem Reap verhandeld wordt. Onderweg zagen we veel vis stellages. In eerste instantie was het niet echt duidelijk hoe de stellages werkten, maar aan het einde van de boot trip was zo nu en dan te zien hoe de vissers hun vangst uit de stellage haalden. De bouwwerken waren een soort hefbomen waardoor zelfs 1 persoon in zijn eentje een heleboel vis naar boven kon halen. Maar het leukste om te zien was het enthousiasme van de lokale bevolking als je voorbij kwam varen. Niet aardig zijn omdat ze iets van je willen zoals in een toeristenplaats als Siem Reap, maar heel veel kinderen (en ook volwassenen) die enthousiast naar de boot beginnen te zwaaien en oprecht blij lijken als je terug zwaait, ook al weten ze dat de boot niet naar de kant komt. Zo schattig al die zwaaiende kinderen, die vaak in het water aan het spelen en zwemmen waren om af te koelen.
Na ongeveer 8 uur varen kwamen we eindelijk aan in Battambang, inmiddels was iedereen op de boot de houten bankjes wel zat. Bovendien had ik op de boot helaas weinig aanspraak. Bijna niemand van ongeveer mijn leeftijd en nagenoeg iedereen reisde met een aantal bekenden samen, dus lastig om contact te maken. Bovendien maakte de motor zoveel lawaai dat een gesprek voeren sowieso lastig was.

Met een tuk tuk naar mijn hostel en daar eerst maar even genoten van een douche. Daarna kwam ik een Frans en Vlaams meisje tegen die die avond naar het circus zouden gaan (daar had ik al over gelezen) en vroegen of ik meewilde. Dat leek me wel leuk, dus snel even een kaartje gekocht bij de balie van de hostel (10 US dollar) en niet veel later met de tuk tuk naar het circus. Hier hebben we eerst nog even rondgekeken in de expositie van studenten van de “Visual and Applied Arts school”. Ze verkochten zowel tekeningen als schilderijen waarbij 40% van de opbrengst naar de school ging en 60% naar henzelf. Ook de circus artiesten waren allemaal studenten tussen de 15 en 20 jaar. Ze studeren aan de “performing arts school” die bestaat uit een circus, muziek en theater afdeling. De scholen zijn oorspronkelijk opgericht om kinderen te helpen het trauma van de oorlog en de Khmer Rouge te vergeten. Inmiddels is het uitgegroeid tot een vrij groot instituut met verschillende afdelingen waar studenten te kans krijgen om zich verder te ontwikkelen. Het is een non-profit organisatie, maar hoe het precies zit met schoolgeld voor de studenten en beurzen en dergelijke weet ik helaas niet.

De show was heel erg leuk om te zien. Het was een combinatie van clowns act en acrobatiek, jongleren, koorddansen en een vuuract. Het leuke was vooral om te zien hoeveel plezier de studenten er zelf in hadden. Niet alles was perfect, hier en daar ging er wel eens een stunt mis, maar vaak probeerden ze het gewoon opnieuw en lukte het de tweede keer wel. Of ze improviseerden er een leuke act omheen. De show werd begeleid door muzikanten die muziek studeren aan de school.
Alles bij elkaar was het heel erg leuk en indrukwekkend. Na de voorstelling ben ik met hun meegegaan voor een tweede massage, dit keer van een blinde masseuse. Deze massage was beter, hoewel het wel behoorlijk pijnlijk was. Nog even een late avondmaaltijd en daarna slapen. De hostel was goed, al was het behoorlijk warm. Er hingen een soort lakens/vitrage over de bedden tegen de muggen en voor de privacy, maar daardoor voelde je geen koelte van de ventilator. Het stomme was dat mijn vitrage niet sloot aan de zijkant, dus het stikte alsnog van de muggen.

De volgende ochtend vertrokken de Franse en Vlaamse helaas en ook de meeste anderen in de hostel vertrokken die ochtend naar een andere plaats. Na een heerlijk ontbijt dus maar op zoek gegaan naar een tuk tuk voor wat sightseeing alleen. Voor 20 dollar kon een tuk tuk me wel de hele dag rondrijden, te beginnen bij de bambootrain. Dit is de meest toeristische attractie van Battambang. Oorspronkelijk was het een spoorlijn om goederen te vervoeren, nu een toeristen attractie, waarbij je voor 10 dollar een eigen karretje met bestuurder hebt. Het karretje bestaat uit 2 losse assen met wielen die los op de rails getild moeten worden, waarna een platte “plaat” van bamboe erbovenop gelegd wordt. Kussentje erop en motor erachter en klaar. Het traject is ongeveer 3 kilometer door schitterende natuur, zowel bos als rijstvelden. Aan het einde was het de bedoeling dat ik uitstapte om de toeristenwinkeltjes te bekijken, maar er was ook een oude steenfabriek waar ik even heb gekeken. Een jongetje dat me heel graag een paar gevlochten armbandjes wilde verkopen gaf me een rondleiding (volgens mij zoog hij de helft uit zijn duim), maar uiteindelijk toch maar voor 1 dollar twee armbandjes uitgezocht. Toen weer terug over hetzelfde traject, waarbij we inmiddels het laatste karretje op de weg terug waren. Omdat er maar 1 rails is moesten alle karretjes op de heenweg stoppen zodra de eerste terug kwam, van de rails af worden getild en wachten op de laatste. Aangezien wij de laatste waren moesten we nu bij ieder karretje stoppen om hen zodra we gepasseerd waren te helpen de karretjes weer op de rails te plaatsen. Bovendien hadden lang niet alle karretjes een trekkoord om de motor mee te starten en moest dus het trekkoord van mijn karretje telkens gebruikt worden. Alles bij elkaar een leuke ervaring.

Na de bamboo train bracht de tuk tuk me naar Wat Kor Village, een klein dorpje, waar ik een traditioneel Cambodiaans huis kon bekijken. Ik kreeg een korte rondleiding in het huis van de schoondochter van de vrouw des huizes. Zij heeft het huis geërfd van haar ouders en geeft er rondleidingen aan de Franse bezoekers. De schoondochter doet de Engelse rondleidingen. De schoondochter deed erg haar best voor de rondleiding, maar excuseerde zich omdat ze verkouden was, al zag ze er meer uit alsof ze griep had en uit haar bed getrommeld was voor de rondleiding. De toegang en rondleiding waren gratis, al werd een bijdrage in de vorm van een fooi natuurlijk wel gewaardeerd (en verwacht).

Vervolgens naar Wat Banan, een tempel op een heuvel. 371 traptreden omhooglopen in 35 graden, maar dan heb je wel een schitterend uitzicht. De tempel zelf was ook mooi om te zien, maar na alle tempels in Angkor Wat heb ik er geen uren doorgebracht. Vervolgens zou de tuk tuk me naar Phnom Sampeau brengen. Om de een of andere reden besloot hij een (denk ik kortere) weg te nemen die onverhard was. Alles bij elkaar betwijfel ik of het uiteindelijk korter was, de weg was zo slecht dat hij heel langzaam moest rijden. Ondertussen had ik ondanks dat de rit niet heel comfortabel was een geweldige rit dwars door kleine dorpjes en rijstvelden waar mensen aan het werk waren en enthousiast naar me zwaaiden. Leuk om te zien hoe de rijs overal langs de weg lag te drogen en heel veel van de schitterende natuur gezien. Al met al was ik toch wel blij toen we zeker 3 kwartier later weer op de verharde weg waren.

Bij Phnom Sampeau aangekomen kreeg ik te horen dat de klim de heuvel op 1,5 uur lopen was maar dat ik voor 3 dollar door een moto omhooggebracht zou worden, waarbij de bestuurder gelijk een gids zou zijn. Omdat ik tot nu toe wel hier en daar een gids gemist had (de tuk tuk driver in Battambang sprak nauwelijks Engels) besloot ik voor de moto te gaan. Dus achterop een scooter de heuvel op. Eerst halverwege de heuvel gestopt voor een rondleiding rond een vrij nieuwe tempel en klooster. De tempels en Boeddha’s hier zijn allemaal vrij kort geleden opnieuw gebouwd. De oorspronkelijke tempels en het klooster dat er stonden zijn door de Khmer Rouge tijdens hun regime gebruikt als gevangenis, waarbij de meeste heilige voorwerpen vernield werden. Sinds de jaren 90 zijn ze begonnen met het opnieuw opbouwen van de tempels, waardoor alles nu heel nieuw en glimmend is, met veel goud en felle kleuren. Wel indrukwekkend om te zien waren de Killing Caves, de grotten en afgronden waar de gevangenen van de Khmer Rouge geëxecuteerd werden. Door ze op de rand van een afgrond te laten staan en met bijvoorbeeld een hamer te slaan werden ze geëxecuteerd, waarbij er geen geld te hoefde worden verspild aan kogels en geen tijd aan het graven van een massagraf. De killing cave was van zowel bovenaf als beneden te bekijken, waarbij er beneden een monument stond, een soort glazen kastje waarin de botten te zien waren. Ook direct onder de afgrond zelf zag je nog stukjes bot en kleding liggen en in een aparte kooi lagen een aantal schedels. Behoorlijk indrukwekkend en angstaanjagend om te zien. Over de Khmer Rouge vertel ik later meer.

Vervolgens de heuvel verder op naar verschillende tempels op de top van de heuvel. Geen van allen erg spectaculair, maar leuk om alle aapjes in de boomtoppen te zien rondslingeren en wel een schitterend uitzicht. Mijn gids vertelde me overal een hoop jaartallen maar wist verder niet veel over de tempels te vertellen. Na alle tempels gezien te hebben liet hij me de plek voor de beste zonsondergang zien (wat nog een behoorlijk enge klim was) en stelde voor daar te wachten op de zonsondergang voor we teruggingen voor de vleermuizen grot. Inmiddels werd mijn gids me echter iets te plakkerig en zonsondergang zou nog bijna 1,5 uur duren dus heb ik hem toch maar verteld me naar beneden te brengen.

Eenmaal beneden moest ik echter toch wachten op de zonsondergang voor de vleermuizen uit de grot zouden komen, maar hier kon ik in ieder geval in een restaurantje wat drinken. Omdat er helemaal geen andere toeristen waren (en eigenlijk geen vrouwen in het algemeen) werd het na een tijdje toch wel een soort ongemakkelijk en was ik blij toen ik een groepje backpackers tegenkwam. Met hen heb ik gewacht op de vleermuizen, waarbij we nog een andere nieuwere tempel in de omgeving bekeken, terwijl de twee mannen (ze waren met zn vieren in totaal) zich vermaakten met een soort voetbalspel met een soort badminton shuttle met een aantal schooljongens. Daarna was het gelukkig bijna tijd voor de vleermuizen om uit te vliegen. We zochten een mooi plekje, wat niet lastig was omdat er maar een stuk of 15 toeristen in totaal waren. Toch wel even iets anders dan Siem Reap. Na vol spanning een minuut of 5 naar een lege lucht gekeken te hebben kwamen de eerste vleermuizen uit de grot naar buiten en al gauw kwam er en constante stroom van vleermuizen naar buiten om te jagen. De stroom ging meer dan een halfuur lang constant door, echt ongelooflijk hoeveel het er waren. En een prachtig gezicht om te zien tegen de roze lucht van de zonsondergang.

Na afloop met de anderen afgesproken om na een douche in mijn eigen hostel naar dat van hen te komen. De tuk tuk driver bracht me terug, wat nog een behoorlijke lange rit was en toch wel een beetje eng in het donker. Na een douche naar het hostel van de anderen waar we gewoon wat gedronken en gegeten hebben. 2 dollar voor een pincher bier en 1,50 dollar voor een bord noodles met kip en groenten (en het was nog lekker ook).

De volgende ochtend zou ik tussen 8 en half 9 opgehaald worden door de bus die me naar Phnom Penh zou brengen. Om kwart voor 9 kwam er een moto aan die me vertelde dat hij me naar de (mini)bus zou brengen. Toen we daar aankwamen bleek mijn plek echter dubbel geboekt te zijn, dus de halve stad door naar een andere minibus. Die had nog wel plek en ik had zelfs het geluk dat de plek naast me leeg was. De rit zelf was verschrikkelijk. De weg was vrij rustig waardoor de chauffeur constant veel te hard reed voor de slechte wegen daar. Ik stuiterde constant op en neer, maar omdat ik gelukkig reisziekte pilletjes had ingenomen had ik gelukkig geen last van wagenziekte. De vrouw 3 stoelen voor me had minder geluk, maar zelfs na 3 keer overgeven had de chauffeur nog niet de neiging iets normaler te rijden. Tussendoor twee korte tussenstops als plaspauze. Bij de tweede tussenstop zat ik te wachten tot we verdergingen toen er twee kinderen op me af kwamen. Zodra ze eenmaal bij me waren werden ze heel verlegen maar toch vonden ze me wel interessant. Het stomme is alleen dat je ondertussen al zoveel bedelende kinderen gezien hebt die alleen maar geld van je willen dat je niemand meer vertrouwd. Toen de moeder van de kinderen me vroeg of de ik de jongste (een jaar of 1,5) even vast wilde houden (of dat gebaarde ze meer, ze spraken geen van allen Engels) heb ik toch maar nee gezegd. Niet veel later ging de bus verder en na 5,5 uur kwamen we aan in Phnom Penh terwijl de rit eigenlijk 7 uur zou duren. Dat verklaart wel waarom de reis zo verschrikkelijk was, de chauffeur had echt idioot hard gereden. Hoewel je verwacht dat dichter bij de stad de weg beter is, was het laatste stuk juist het ergst, met hele stukken onverharde weg tussendoor.

In Phnom Penh een tuk tuk naar de hostel genomen en toen kwam ik er al gauw achter dat de prijzen in Phnom Penh wel wat hoger liggen dan in Battambang. Verder werd me duidelijk gemaakt dat ik goed in het midden van de tuk tuk moest gaan zitten met mijn rugzak tussen mijn benen en mijn andere tas op schoot met mijn arm door de hengsels. Nu was ik dat toch wel van plan, maar het werd ook gelijk duidelijk dat er hier behoorlijk vaak uit tuk tuk gestolen wordt. Verder werd ik bij ieder stoplicht waar we stilstonden belaagd door bedelaars, dus ik was blij toen we bij de hostel waren. De hostel was goed, en na douche en even wat geslapen te hebben samen met een meisje uit de hostel avond gegeten in het restaurant van de hostel zelf (niet al te duur en erg lekker). ’s Avonds nog even een drankje in de rooftop bar waar ik twee Nederlanders ontmoette met wie ik afsprak te volgende ochtend naar de Killing fields te gaan.

De volgende ochtend na een uitgebreid ontbijt op weg naar de Killing fields. Cambodja was oorspronkelijk een monarchie. In 1970 pleegde de minister-president Lon Nol een staatsgreep, zette de prins af en werd de leider van de door hem zelf uitgeroepen republiek. Lon Nol richtte zich erg op de verenigde staten waardoor Cambodja steeds meer bij de Vietnam oorlog betrokken raakte. De communistische partij, de Khmer Rouge, die oorspronkelijk was ontstaan uit een Noord-Vietnamese partij keerde zich vervolgens tegen Lon Nol en werden gesteund door Noord-Vietnam en de Vietcong. Het gebied waar Lon Nol gezag had werd door de burgeroorlog steeds kleiner en uiteindelijk kwamen de Khmer Rouge helemaal aan de macht. Pol Pot, de leider van de Khmer Rouge baseerde zijn visie op die van Mao, maar aangevuld met de gedachte dat alles beter was zoals het oorspronkelijk was. Dus moesten zodra de Khmer Rouge aan de macht waren alle inwoners van de steden terug naar het platteland om boer te worden. Hier werden ze behandeld als slaven en moesten verplicht op het land werken. Vaak zonder instructie, terwijl degenen uit de stad over het algemeen niets van het platteland wisten. De oorspronkelijke plattelandsbewoners en plattelandsbewoners die vanwege de Amerikaanse bommenwerpers naar de stad waren gevlucht werden iets beter behandeld dan de mensen die echt uit de stad kwamen. Verder werd het idee van familie afgeschaft, de staat zou voor alles zorgen. Alle gezinnen werden gescheiden, kinderen werden zodra ze 6 waren bij hun moeder weggehaald en de staat bepaalde wie met wie mocht samenzijn. Steden en alles wat daarmee te maken had was slecht, met name intelligente mensen zoals dokters, leraren, journalisten etc. Die werden dus allemaal gevangen genomen en bijna allemaal geëxecuteerd op Killing fields in het hele land. Over het algemeen was het spreken van een vreemde taal of het dragen van een bril al genoeg om opgepakt te woren. In totaal zijn er naar schatting in 4 jaar tijd bijna 300.000 mensen vermoord op de Killing fields en door de Killing fields en de slavernij samen zijn bijna 3 miloen mensen omgekomen, op een oorspronkelijke bevolking van 8 miljoen.

De Killing fields bij Phnom Penh (Choeung Ek) zijn het bekendst, voornamelijk vanwege het monument ter nagedachtenis aan de overledenen, een enorme stupa met rond de 9000 schedels. Terwijl we rondliepen op de Killing fields hadden we een audio tour als rondleiding (ook in het Nederlands beschikbaar), waarbij er bij elk nummer een verhaal verteld werd. Er stonden een aantal informatieborden op de plekken waar kleine gebouwtjes voor opslag gestaan hadden, waarna we bij de massagraven uitkwamen. Een aantal massagraven waren afgezet met hekjes, waar veel mensen armbandjes omheen hingen (ik heb een van de twee armbandjes die ik in Battambang gekocht had er ook aangehangen). Veel andere massagraven waren niet meer dan kuilen. Na het regime van de Khmer Rouge toen iedereen weer naar de stad trok was er overal een tekort aan, alle gebouwtjes werden dus afgebroken voor de bouw van nieuwe huizen en hoewel ze toen wel ontdekten dat Choeung Ek niet meer een gewone Chinese begraafplaats was, werd dat eerst een soort van genegeerd. Later kwamen door de regen veel schedels, botten en kledingresten bovendrijven, die uiteindelijk allemaal verzameld zijn in de stupa. In totaal zijn er naar schatting op Choeung Ek ongeveer 20.000 mensen geëxecuteerd. Niet alle massagraven zijn geopend, een deel is nog steeds in originele staat. Hier komen nog steeds zo nu en dan bij regenbuien botjes en kleding bovendrijven die door de beheerders van Choeung Ek verzameld worden.

Uit de gevangenis in Phnom Penh (S21) werden over het algemeen rond de 300 gevangenen tegelijk naar Choeung Ek gebracht om dan allemaal achter elkaar geëxecuteerd te worden. Omdat kogels te duur waren werden ze over het algemeen doodgeslagen of de keel doorgesneden (naast het massagraf) waarna ze met z’n allen in het massagraf gegooid werden. De executies gebeurden ’s nachts terwijl er luide communistische muziek gespeeld werd om het gegil te overstemmen en de buitenwereld te laten denken dat er een geheime Khmer Rouge vergadering was. In eerste instantie werden de slachtoffers naakt begraven zodat de Khmer hun kleren kon gebruiken en vonden de executies ongeveer 1 keer in de 3 weken plaats, tegen het einde van het regime gebeurde het echter veel vaker en was er geen tijd meer om de slachtoffers van de kleren uit te trekken.

Een van de heftigste dingen om te zien was de “Killing Tree”, een boom naast een massagraf waarin de lichamen van meer dan 100 naakte vrouwen en baby’s zijn gevonden. De audiotour vertelde het verhaal van de man (je hoorde eerste de stem van de man zelf in zijn eigen taal, daarna werd er vertaalt) die als een van de eersten na de Khmer Rouge bij op Choeung Ek aankwam en daar deze boom vol bloed (en meer) zag. Hij begreep eerst niet eens hoe dat kon, tot later uit de schedels van de babies bleek dat deze allemaal 1 voor 1 voor de ogen van hun moeders tegen te boom aan doodgeslagen werden voordat ze in het graf werden gegooid. Ook de boom hing vol armbandjes. Deze vrouwen en baby’s werden geëxecuteerd omdat het volgens de Khmer Rouge het beste was om hele families tegelijk om te brengen, zodat er niemand later wraak kon nemen.

Een andere uitspraak van Pol Pot: “Het is beter om per ongeluk een onschuldig iemand te doden, dan een vijand te sparen”. Verder werden er nog een aantal verhalen verteld door overlevenden die Choeung Ek vonden of bijvoorbeeld een gevangenis overleefd hadden. Het onwerkelijke is vooral dat je echt tussen al die graven doorloopt en dat er een stupa staat waarin 9000 echte schedels te zien zijn, alleen afgescheiden door wat glas. En het is bijna niet te beseffen hoe wreed al deze mensen te geëxecuteerd zijn.

Na de heftige ochtend zijn we ’s middags naar het S21 museum in Phnom Penh geweest, de gevangenis tijdens het regime. Voor het regime van Pol Pot was dit een school, maar de Khmer Rouge gebruikte het als een gevangenis. Hier waren ook alle gebruikte martelwerktuigen te zien, de snel in elkaar gezette minicelletjes in de oorspronkelijke schoollokalen maar bijvoorbeeld ook foto’s van de 7 overgebleven gevangenen toen ze bevrijd werden en foto’s van de gevonden overleden gevangenen in de cellen toen ze bevrijd werden. En verder de foto’s die voor de administratie van iedere gevangene gemaakt werden. Na deze indrukwekkende dag terug naar het hostel om te eten en daarna niet veel bijzonders meer gedaan.

De volgende ochtend zou ik om 10 uur met de twee Nederlanders naar stad gaan, maar omdat eentje zich niet zo lekker voelde hebben we de ochtend gewoon in de hostel doorgebracht en niet veel bijzonders gedaan. Tijdens de lunch nog een andere Nederlander ontmoet en uiteindelijk zijn we met z’n vieren “The Royal Palace” en “The Silver Pagode” gaan bekijken. Dit was best leuk om te zien maar verder niet heel spannend, voornamelijk een verzameling goudkleurige gebouwen en tempels waarvan de meesten alleen van buiten te bekijken waren. De rest van de middag gewoon in de stad bij de rivier rondgehangen waarna we terug zijn gegaan voor een douche. Daarna een leuk restaurantje een paar straten verderop gevonden, heel goed eten en erg goedkoop. ’s Avonds nog wat gedronken in de Rooftop Bar van de hostel (de hostel waar ik verbleef is heel populair en staat goed bekend, dus het is er elke avond druk en gezellig en gemakkelijk om andere backpackers te leren kennen). De andere Nederlanders vertrokken de volgende morgen al vroeg, dus ben ik alleen nog even naar de central market gegaan. Na nog even te hebben genoten van een Mangoshake, mijn spullen weer opgehaald in de hostel en een tuk tuk naar het vliegveld genomen voor mijn vlucht terug naar Singapore.

Alles bij elkaar was het een heel bijzondere reis. Cambodja is wel even iets anders dan de plekken in Azië die ik tot nu toe had gezien, vooral de minder toeristische delen zoals Battambang. Het is duidelijk te merken dat Cambodja een stuk armer en minder ontwikkeld is dan andere landen. De wegen zijn vaak onverhard, er zijn nauwelijks voetpaden, veel afval op straat en in slootjes en dergelijke, toch wel even iets anders dan het gestructureerde en schone Singapore. En het regime van Pol Pot heeft de ontwikkeling van Cambodja geen goed gedaan. Na de Khmer Rouge was de bevolking een heel stuk kleiner, maar was er ook een groot gebrek aan leraren, dokters, journalisten en mensen met een achtergrond om de leiding te kunnen nemen in het algemeen. Daar kwam nog bij dat de periode na de Khmer Rouge heel chaotisch was. Door ingewikkelde politiek rondom de Vietnam oorlog heeft de Westerse wereld en de VN nog jarenlang de Khmer Rouge erkend als de officiële machtshebbers, terwijl ze niet meer aan de macht waren. De leiders van de Khmer Rouge hebben zich nog jaren verborgen kunnen houden in de jungle aan de Thaise grens. Slechts enkelen van hen zijn berecht, de meesten overleden voor ze berecht konden worden. Pol Pot heeft in de jungle een soort van “gelukkig” en rustig leventje kunnen leiden, is hertrouwd en zag zijn kleinkinderen opgroeien terwijl hij een soort macht in de jungle had. Toen de VN eindelijk besloot dat hij berecht moest worden en onder huisarrest werd geplaatst overleed hij niet veel later onder verdachte omstandigheden, mogelijk zelfmoord, of moord om hem het zwijgen op te leggen.

Nu is te zien dat Cambodja zich snel probeert te ontwikkelen, vooral in de omgeving van Siem Reap en Battambang, maar ook in het zuiden aan de kust. Ze richten zich heel erg op de toeristen omdat ze wel doorhebben dat daar veel geld aan te verdienen is. In Siem Reap en Battambang voelde ik me over het algemeen behoorlijk veilig, ze zijn zuinig op de toeristen en hun reputatie. Phnom Penh is als hoofdstad wat minder gericht op het toerisme en daar komen over het algemeen ook meer tasjesdieven en dergelijke voor.

Inmiddels ben ik twee weken verder en is dit mijn laatste avond in Singapore. Zodra ik terug was hard studeren en hoewel ik nog wel een middag naar het koloniale gedeelte van Singapore en Marina Bay geweest ben, waarna we eindelijk de beroemde Singapore Sling geprobeerd hebben en wel op de 61e verdieping van One Raffles Place. En hoewel het dakterras eerst gesloten was vanwege onweer hadden we later geluk en konden we vanaf het dak (de 63e verdieping) de stad bekijken, foto’s maken en van de lasershow genieten die vanaf het beroemde Marina Bay Sands hotel wordt “afgespeeld”.

De examens zitten er inmiddels ook op, sommigen waren best lastig, maar ik heb alle vakken denk ik wel gehaald. De uitslag krijg ik pas 29 december dus daar moet ik nog even op wachten. Afgelopen dinsdag hebben we met z’n allen gegeten waarbij bijna iedereen een traditioneel gerecht meenam en dus moest ik er ook aan geloven en heb hutspot gemaakt. Het koken was een behoorlijke uitdaging in onze pantry met 1 inductiepitje en 1 magnetron en nauwelijks pannen of schalen en dergelijke, maar hoewel het koken meer dan 2,5 uur geduurd heeft was het uiteindelijk wel lekker. En we hadden een heerlijk buffet van Nederlands, Filipijns, Indiaas, Bengaals en Chinees eten. En vanavond heb ik eerst een barbecue gehad bij een Duitse vriendin, erg leuk met heel veel lekker eten, en daarna door om met de vriendengroep op de campus alvast de verjaardag van Poojan te vieren. Dit was ook gelijk een gedeeltelijk afscheid, de meesten gaan morgen mee naar de luchthaven en zal ik dus daar afscheid van nemen, maar met anderen was dit de laatste avond en moesten we dus echt afscheid nemen. Bovendien wordt iedereen ook al emotioneel van de gedachte dat het bijna voorbij is, dus de tranen waren volop aanwezig en dat zal morgen nog wel erger worden. Heel lastig om van iedereen afscheid te nemen nadat je in 4 maanden tijd zo goed bevriend bent geworden en elkaar zo goed hebt leren kennen. En helaas wonen de andere bijna allemaal in Azië, dus niet echt om de hoek. Maar gelukkig hebben we allemaal telefoons, computers en social media en kunnen we dus wel in contact blijven.

Inmiddels is het twee uur ’s nachts en moet ik eigenlijk wel gaan slapen. Morgenmiddag vertrek ik naar Vietnam om daar nog twee weken rond te reizen. Ik begin in Ho Chi Minh (Saigon), ga daarna naar Dalat, vlieg dan naar Danang en bezoek Hoi An, vervolgens naar Hué en vandaar vlieg ik naar Hanoi. In Hanoi ontmoet ik Anna, een Vietnamese vriendin die tegen die tijd ook weer terug is uit Singapore en in haar studiestad is. Ik kan waarschijnlijk bij haar in de studenthostel op de campus slapen (de studenten die op de campus wonen delen meestal een kamer met rond de 10 studenten). Met haar bekijk ik de stad en ik bezoek zelf nog 1 of 2 dagen Halong Bay. Op 20 december vlieg ik terug naar Singapore, ben daar 9 uur om mijn koffer op te halen bij een vriend die op de campus blijft en weer terug te gaan naar het vliegveld voor mijn vlucht terug naar Amsterdam (via Kuala Lumpur). De 21e land ik als het goed is om 06.35 op Schiphol.

Alles bij elkaar een heel lang en uitgebreid reisverslag en mogelijk de laatste (al zal ik misschien Vietnam ook nog posten). Mijn tijd in Singapore zit er nu echt op, 5 maanden zijn voorbijgevlogen en heb veel bijzondere en mooie dingen meegemaakt, veel van Azië gezien en heel veel nieuwe vrienden gemaakt. Maar hoewel ik alles en iedereen enorm zal missen is het ook wel weer fijn om naar huis te gaan. Overigens geen foto’s bij dit verslag, heb geen tijd meer om foto’s uit te zoeken uit de honderden gemaakte foto’s.









Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Cambodja, Khett Siem Reab

Judith

Actief sinds 31 Juli 2014
Verslag gelezen: 1859
Totaal aantal bezoekers 8799

Voorgaande reizen:

28 Juli 2014 - 21 December 2014

Studeren in Singapore

Landen bezocht: